Het complexe dossier van Kleiputten Terhagen: Groen volgt het van nabij op.

03 Mei 2021

Het complexe dossier van Kleiputten Terhagen: Groen volgt het van nabij op.

Groen Boom volgt, net zoals de provinciale Groene fractie en onze parlementsleden, de ontwikkelingen inzake “de kleiputten Terhagen” nauw op. Nu er nieuwe berichten opduiken over vervuilde gronden die bij de Oosterweelwerken opgegraven worden, vinden we het met Groen Boom nodig om ons standpunt nog eens duidelijk in een blog te zetten, bij monde van Groen Schepen Sven Cools. Best wel een ingewikkelde materie, maar als we sereen én inhoudelijk willen debatteren, op basis van correcte feiten en informatie, is het zeker het lezen waard!  

We laten Groen schepen Sven Cools aan het woord:

De gronden van Oosterweel:

Er worden inderdaad gronden opgegraven op Linkeroever voor Oosterweel. Volgens Lantis zullen deze gronden ter plaatse verwerkt worden. Van de intendant en Lantis kregen we al de bevestiging dat deze gronden niet worden aangevoerd naar Kleiputten Terhagen. De grond voor de kleiputten zal afkomstig zijn van verder afgelegen sites op rechteroever, niet in de buurt van de Schelde, en uit zeer diepe grondlagen. Die ontginningen zullen ook in latere fases worden afgevoerd. Voor de gronden die Lantis vandaag en volgend jaar nog zal afgraven, komen de kleiputten simpelweg te laat. Moet ons dat gerust stemmen? Dat denken we niet. Opvolging zal nodig zijn en de intendant heeft al bevestigd dat hij hierover extra garanties gaat afkopen. Met gemeente Boom stellen we ook een bodemsaneringsdeskundige aan die de aan te voeren gronden steekproefgewijs zal onderzoeken.

Het asbeststort

Het gemeentebestuur wordt zeer vaak door de actiegroep “Red onze Kleiputten” met de vinger gewezen als het gaat over het opvolging van het asbeststort in Boom. Sommigen vragen zelfs mijn ontslag of uitten andere bedreigingen in de vorm van juridische aansprakelijkheid e.d.  Zowel ik (als Schepen van milieu) als de Burgemeester (bevoegd voor volksgezondheidzijn echter gebonden aan de regulerende overheid en hun deskundigheid. De regelgeving voor het asbeststort zitten vervat in de VLAREM. De regulerende overheid is de OVAM. We kunnen/moeten als politici de regelgeving in vraag stellen. Als ze niet voldoet, moet deze aangepast worden. Voor regelgeving inzake afval en materialen is de Vlaamse Overheid bevoegd. Eens een regelgeving van kracht is dan moet deze worden uitgevoerd en gehandhaafd. Sommige verantwoordelijkheden liggen bij lokale besturen maar steeds ter verantwoording bij OVAM. Voor het asbeststort en de sanering ervan is het duidelijk dat OVAM hiervoor bevoegd is. Een lokaal bestuur kan en mag hier niet op ingrijpen. Dat wordt duidelijk in de conclusie van OVAM onderaan.

Nu, wat zegt OVAM over het asbeststort en de urgente sanering?

In eerste plaats stellen zij dat de sanering van het asbeststort en het huisvuilstort onlosmakend verbonden zijn. Zowel op stabiel-technisch als op vergunningsvlak is het quasi onmogelijk om de sanering van het asbeststort te splitsen van de sanering van het huisvuilstort en het tussenliggend gipsstort en wel om volgende redenen:

- Een kwalitatieve afdek van de stortplaatsen vereist dat de afdichtlagen (bestaande uit kleimatten en folies) maximaal op elkaar aansluiten.

- Het is belangrijk dat de stabiliteit van de taluds en van de stortplaatsen verzekerd wordt. Dit om zettingen en erosie te voorkomen. Dit kan enkel door het aanvoeren van voldoende grond en het geo-technisch opbouwen van de afdeklaag.

Ovam concludeert hier dat een kwalitatieve en stabiele afdek onmogelijk is als de sanering van het gebied niet geïntegreerd gebeurt.

Minstens even belangrijk is de complexe vergunningsprocedure. En wel om diverse redenen:

  • Zowel voor de sanering van het asbeststort als voor de sanering van huisvuilstort en het tussenliggend gipsstort is een project-MER nodig. Onder meer omwille van de ontbossing van meer dan 3 hectare. Het opsplitsen in twee afzonderlijke project-MER's is niet aangewezen. Er is een tijdsduur-implicatie met minstens één extra openbaar onderzoek maar bovenal kunnen eventuele cumulatieve effecten op die manier onvoldoende onderzocht worden. Daarmee wijst men o.a wat is het effect van de afdekking van het asbeststort op de afdekking van het huisvuilstort en vice versa. (Op beide rust een saneringsplicht!)
  • De OVAM heeft geen bevoegdheid om via een bodemsaneringsproject een omgevingsaanleg te vergunnen. En dat is een hele belangrijke! Al te vaak wordt geïnsinueerd dat het asbeststort maar 4,5ha groot is en dat met een halve meter grond het probleem opgelost is. Dat is zeer foute informatie en eigenlijk bewust verwarring verspreiden bij ongeruste buurtbewoners. De te saneren percelen zijn decretaal beschreven en omvatten zo’n 9,14 hectare. Iedereen die de site een beetje kent weet dat het asbest best ruim verspreid is. Wat betreft de afdekking zou een kleilaag van een halve meter voldoende zijn voor het statuut van “afgewerkte stortplaats”. Maar: Op een afgewerkte stortplaats moet volgens Vlarem II de ontwikkeling van hoogstammige bomen verhinderd worden. Dat zou betekenen dat na bodemsanering in-situ boscompensatie onmogelijk is.

Maar we willen nu net wél dat er terug zo veel mogelijk bos gecreëerd wordt. Dit is immers één van de conclusies uit het participatietraject met de buurtbewoners. Om uit die patstelling te geraken heeft OVAM, Provincie en Waterwegen, met diverse experts waar nu ook Vlaanderen bij betrokken is, een logische opeenvolging van vergunningsaanvragen uitgewerkt:

  1. Project-MER
  2. Omgevingsvergunning
  3. Bodemsaneringsproject

De koppeling van de bodemsanering met een omgevingsaanleg via aparte omgevingsvergunningen maakt nu in-situ boscompensatie wel mogelijk. De OVAM staat 100% achter deze werkwijze omdat hiermee twee belangrijke doelstellingen, namelijk bodemsanering en in-situ boscompensatie gerealiseerd worden. De OVAM spreekt zich niet uit over het gekozen landschapsontwerp. Dit is niet haar bevoegdheid. De OVAM gaat enkel na of het gekozen landschapsontwerp geen risico vormt op beschadiging van de afgewerkte stortplaats.

De conclusie van OVAM: 

  • Omwille van de complexe vergunningsprocedure die hoe dan ook gevolgd moet worden is er geen snellere manier om het asbeststort te saneren.
  • Voorzorgsmaatregelen, zoals het Bevel van de Burgemeester dat Boom heeft uitgevaardigd, kunnen niet ingeroepen worden om een vergunningsaanvraag te omzeilen. Het oneigenlijk gebruik van voorzorgsmaatregelen om een bodemsanering uit te voeren is geen behoorlijk bestuur.
  • OVAM - voor zover dat kan binnen haar bevoegdheden - ernaar streven om in het bodemsaneringsproject een fasering te laten opnemen waarin de afwerking van het asbeststort als eerste wordt aangevat.

 

Wat zegt OVAM dan over de huidige veiligheid van het asbeststort?

Het asbeststort vormt momenteel geen gevaar voor de volksgezondheid, op voorwaarde dat men de voorzorgsmaatregelen respecteert. Deze voorzorgsmaatregelen zijn opgenomen in het bevel van de burgemeester en door OVAM opgelegd via een Besluit Voorzorgsmaatregelen. In de hiërarchie komt het besluit voorzorgsmaatregelen voor bevel van de burgemeester.

Deze maatregelen zijn van kracht in afwachting van de bodemsanering. Ondertussen voeren we met de gemeente Boom een verhoogd toezicht uit op het naleven van de voorzorgsmaatregelen. De Vlaamse Waterweg voert ook periodieke controles uit door een erkend bodemsaneringsdeskundige.

Louis Schoofs volgt het dossier nauwgezet op in de Provincieraad en Mieke Schauvlieghe in het Vlaams Parlement.

Ten slotte

Als ik voor mezelf en voor Groen Boom mag spreken, hebben we altijd het standpunt gehouden dat er een minimale, definitieve en duurzame sanering moet worden uitgevoerd. Ik wil dan even zeer kritisch zijn: dan vind ik het telkens zeer bijzonder dat “milieuactivisten” mij vragen om het asbeststort verplicht en versneld te laten uitvoeren om zo het grotere saneringsproject stokken in de wielen te steken. We worden er dan van beschuldigd nalatig te zijn, neo-liberalisten te zijn, …  We krijgen dan de opmerking dat we de natuur zijn gang moeten laten gaan. Dat het zichzelf zal corrigeren.

Eigenlijk vragen die activisten dus dat wij als groene partij wegkijken van een grondwatervervuiling van 64ha. Wat onomstotelijk bewezen en vastgesteld is. Dat we negeren dat het huidig bos, omwille van de bodemkwaliteit, onvoldoende potentieel heeft om zich op langere termijn te ontwikkelen.

Ik ben me er van bewust dat de kritiek zal blijven aanhouden. Maar ik heb mij ooit als jonge kerel geëngageerd voor Groen met het bussen van flyers omdat ik vond dat bij Groen er steeds debat mogelijk is. Dat zaken in vraag moeten en kunnen worden gesteld. Maar vooral dat er steeds vanuit een inhoudelijke basis gewerkt moet worden. Dat maakt ook dat ik me als schepen elke dag nog in de spiegel kan kijken. Als er sterke bewijzen zijn dat dit dossier foutief wordt aangepakt, als  het inhoudelijk onomstotelijk vaststaat of bewijzen zijn dat het OBBO, de analyse van het PIH en het INBO, het MER, de BAATNEC-analyse allemaal incorrect zijn, wel: dat men deze zaken dan open en bloot op tafel legt zodat we daarover inhoudelijk kunnen debatteren. Ik ben nu bijna drie jaar met dit dossier bezig en ik heb hier al enkele malen naar gevraagd. Tot op de dag van vandaag heb ik nog geen enkel stuk gezien dat inhoudelijk de aantijgingen jegens mij, Groen Boom of het saneringsproject onderbouwt.